Bij het installeren van een datanetwerk of het maken van een patchkabel moet je de utp kabel testen. Dit wordt echter vaak vergeten. En dan kan het gebeuren dat een kabel niet optimaal of niet correct is aangesloten. Maar wat is er dan precies fout? Een kabel tester verschaft hier duidelijkheid.
Netwerkkabels testen bij het aanleggen van een kabelnetwerk
Voor het trekken van kabels heb je installatiekabel op rol nodig. Het voordeel van een Danicom cat6 kabel op rol is dat je deze eenvoudig door een muur of een buis kunt leggen. Op deze manier werk je kabels netjes weg. Ongeacht of je de geïnstalleerde kabel op connectoren, wandcontactdozen of patchpanelen aansluit, je hebt na het installeren altijd een netwerkkabel tester nodig. Een kabeltester controleert of het netwerk correct is aangesloten en de aderen van de kabels optimaal verbonden zijn.
Hoe werkt een utp kabel tester?
Een utp kabeltester is een apparaat dat aangeeft of de aders van de kabel correct zijn aangesloten. Dit werkt als volgt:
Kabel testers bestaan uit twee delen: de hoofd-unit en de remote-unit. Steek de ene stekker van de kabel in de hoofd-unit en steek de stekker die aan het andere kabeluiteinde is, in de remote-unit. De netwerk kabel tester geeft de nummers 1 tot en met 8 weer. Dit zijn de 8 aders van de utp-kabel.
Heb je de kabel op de tester aangesloten, lichten de nummers 1 tot en met 8 achtereenvolgend op. Dit betekent dat de aders correct zijn aangesloten.
Wordt een nummer overgeslagen en licht niet op – dus springt het nummer bijvoorbeeld van 3 naar 7 - betekent dit dat de kabel niet goed is aangesloten. Voor een optimale netwerkverbinding moet je de kabel nu weer van de connector verwijderen en opnieuw aansluiten. De internet kabel tester is een handige tool die onmisbaar is bij het installeren van een bekabeld netwerk.
De meest populaire netwerk kabels
Kabelproblemen oplossen
Een storingsvrije dataoverdracht is cruciaal voor de prestaties van je netwerk. Echter, er kunnen zich problemen voordoen en onverwachte storingen optreden. We leggen de meest voorkomende oorzaken van netwerkstoringen uit en vertellen hoe je deze kunt oplossen.
Afgeschermde of onafgeschermde kabels
Bij netwerkkabels kun je kiezen tussen afgeschermde ftp- of stp-kabels en onbeschermde utp-kabels. Als de datakabel naast een stroom- of coaxkabel ligt, heb je afgeschermde kabels nodig. De afscherming voorkomt interferentie tijdens de gegevensoverdracht. Als er geen stroom- of coaxkabel in de buurt is, volstaat een onafgeschermde kabel. Als je niet zeker weet wat je nodig hebt, raden wij je aan om voor de zekerheid een afgeschermde kabel te gebruiken.
Optimale verbinding
Voor een foutloze gegevensoverdracht moet de kabel aan beide uiteinden op een RJ45-connector zijn aangesloten of aan de LSA-strip van een wandcontactdoos of patchpanel. Het is belangrijk dat de aderparen van de kabel contact maken met de connector/LSA-strip. Hoe je de kabel op de juiste manier aansluit, lees je in ons blogartikel FTP kabel aansluiten op een afgeschermde connector of wandcontactdoos.
Kies de juiste kabellengte
Een ethernetkabel mag niet langer zijn dan 100 meter. Bij langere kabels kan het signaal zwakker worden en duurt de gegevensoverdracht langer. Je koopt kant-en-klare patchkabels in de benodigde lengte van 25 cm tot en met 50 meter. Kabels op rol (installatiekabels) zijn langer en knip je op de juiste lengte.
Kabelcategorie
Kies de kabelcategorie die past bij je internetgebruik. Alleen als alle kabels en netwerk apparaten dezelfde categorie hebben, heeft ook de verbinding de eigenschappen van de gewenste cat-verbinding. Combineer je verschillende categorieën met elkaar, kan dit leiden tot snelheidsverlies of een afname van de bandbreedte.
